Olie is van levensbelang voor een goede werking van de motor in je auto. Olie heeft namelijk de volgende functies:

Motorolie bijvullen

Motorolie bijvullen

  1. Het vermijden van contact tussen de bewegende delen
  2. Een goede afdichting tussen zuigers en cilinders
  3. Het afvoeren van warmte afkomstig van het verbrandingsproces
  4. Het opnemen en afvoeren van verbrandingsresten en slijtagedeeltjes
  5. Bescherming van de inwendige motoroppervlakken tegen roest
  6. Het dempen van het geluid.

Het mag aan de hand van bovenstaande punten duidelijk zijn dat olie een belangrijke functie bekleedt in een automotor. Een te laag oliepeil kan daarom schadelijk zijn voor de motor (een te hoog peil trouwens ook). Er wordt dan ook geadviseerd om het oliepeil van je auto om de 2500 km te controleren.

De betrouwbaarste meting wordt verkregen bij een koude motor vóór de start. Meteen na het afzetten van de motor krijg je een verkeerd resultaat. De peilstok geeft dan een te laag peil aan, omdat de olie geen tijd heeft gehad om terug te lopen naar het oliecarter. Hieronder wordt uitgelegd hoe je het beste het oliepeil kunt controleren.

Oliepeil controleren bij een koude motor

  1. Zorg dat de auto horizontaal staat
  2. Veeg de peilstok schoon voordat je gaat meten.
  3. Controleer het oliepeil met de peilstok.
  4. De olie moet tussen het MIN- en MAXstreepje staan. Er zit ongeveer een liter verschil tussen deze twee streepjes. Als de olie dichter bij het MIN-streepje ligt, kun je om te beginnen 0,5 liter olie bijvullen. Vul bij totdat de olie dichter bij het MAX-streepje dan bij het MIN-streepje op de peilstok ligt. Overschrijd het MAX-streepje niet.

Oliepeil controleren bij een warme motor

  1. Parkeer de auto op een vlakke ondergrond, zet de motor af en wacht ten minste 10–15 minuten zodat de olie naar het carter terug kan lopen.
  2. Veeg de peilstok schoon voordat je gaat meten.
  3. Controleer het oliepeil met de peilstok.
  4. De olie moet tussen het MIN- en MAXstreepje staan. Er zit ongeveer een liter verschil tussen deze twee streepjes. Als de olie dichter bij het MIN-streepje ligt, kun je om te beginnen 0,5 liter olie bijvullen. Vul bij totdat de olie dichter bij het MAX-streepje dan bij het MIN-streepje op de peilstok ligt. Overschrijd het MAX-streepje niet.

Belangrijke tips over olie

  • Vul niet meer olie bij dan tot aan het MAX-streepje. Het olieverbruik kan toenemen als er te veel olie in de motor aanwezig is.
  • Gebruik de door de fabrikant voorgeschreven viscositeit (stroperigheid)
  • Gebruik een trechtertje om geen olie te morsen bij het bijvullen. Gemorste olie kan vlam vatten op een heet motoronderdeel.
  • Zorg er voor dat er geen vuil via het gat van de peilstok in de motor komt
  • Als de motor zwaar belast gaat worden (bijv. aanhanger of een bergrit), zorg er dan voor dat het peil helemaal bovenin staat. Dit voorkomt dat de olie te heet wordt.
  • Tijdens een lange rit de olie peilen is een goed idee. Zorg voordat je gaat dat je minimaal 1 liter van de juiste olie meeneemt. Welke dat is vind je in het instructieboekje.
  • Als de olie een lichtgrijze kleur heeft dan zit er waarschijnlijk koelvloeistof bij. Dit betekent dat er ergens een lek zit, spoor deze op, of laat deze opsporen.
  • Mocht het oliepeil juist stijgen tussen de peilingen door, dan kan dit komen doordat er brandstof bij de olie zit. Verstandig is om er even naar te laten kijken.
  • Aan de olie is niet te zien of hij ververst moet worden, zorg dus dat je het aantal kilometers bijhoudt.

Hoe vaak controleer jij je oliepeil?

Laden ... Laden ...